Artikel

Bereikt de lijfrenteverzekering van jouw klant binnenkort de einddatum en is deze vóór 1992 afgesloten? Dan valt deze mogelijk onder de gunstige regels van het ‘oude belastingregime’. In dit artikel lees je wat die voordelen zijn en hoe jouw klant deze behoudt na expiratie van de lijfrenteverzekering.

Wil jouw klant de uitkering van de lijfrente nog even uitstellen? Dan kan dat bij een verzekeraar of bank. Maar om de voordelen van het regime pre-brede herwaardering te behouden, dan kan dat alleen als hij/zij de lijfrente uitstelt bij een verzekeringsmaatschappij. Uitstellen bij een bank betekent dat jouw klant deze voordelen definitief kwijtraakt. De lijfrente valt dan onder het zogenaamde nieuwe regime.

Wat zijn de voordelen van de oude belastingregels?

Het oude regime biedt verschillende voordelen voor de financiële planning:

• Flexibele ingangsdatum:
  Jouw klant bepaalt zelf wanneer de uitkering start. Dit is handig als hij/zij het lijfrentekapitaal tijdelijk wilt gebruiken, bijvoorbeeld tot de AOW-leeftijd.
  
  
• Kortere uitkeringsduur mogelijk:
  Er is geen minimale uitkeringsduur van vijf jaar. Je mag dus ook voor een kortere periode kiezen, mits er sprake is van minimaal 1% sterftekans.
  
  
• Hogere uitkering toegestaan:
  Bij het nieuwe regime geldt een maximale uitkering van €26.781 per jaar (2025) voor tijdelijke lijfrentes. Deze grens geldt voor alle tijdelijke lijfrentes onder het nieuwe regime gezamenlijk. Voor het oude regime geldt deze beperking niet, en kun je ook grotere bedragen laten uitkeren.
  
  
• Uitkering schenken:
  Jouw klant kan de uitkeringen schenken aan (klein)kinderen. Zij betalen inkomstenbelasting, maar vaak in een lagere schijf. Schenkbelasting is niet van toepassing als hij/zij de begunstiging goed regelt door middel van een herroepelijke begunstiging.
  Zodra de uitkeringen uit de oud-regime lijfrente starten, kan jouw klant ervoor kiezen deze uitkeringen te schenken aan (klein)kinderen. De (groot)ouder blijft de verzekeringnemer en de verzekerde op de uitkerende verzekering. De meerderjarige (klein)kinderen ontvangen de uitkeringen rechtstreeks. De (klein)kinderen betalen inkomstenbelasting over de ontvangen bedragen. Vaak vallen zij in een lagere belastingschijf, wat een belastingvoordeel oplevert. Dit kan aantrekkelijk zijn als de (groot)ouder een hoog belastingtarief heeft en het (klein)kind een lager tarief. Zo wordt besparen op de inkomstenbelasting.
  Als de begunstiging goed is geregeld, hoeft er geen schenkbelasting betaald te worden. Let op: Stel bij het uitstellen van de verzekering de begunstiging zo in dat de (groot)ouder begunstigde blijft. Pas nadat de (groot)ouder een direct ingaande lijfrente heeft aangekocht, moet het (klein)kind als begunstigde aangewezen door middel van een herroepelijke begunstiging. Een herroepelijke begunstiging betekent dat je op ieder moment de begunstiging weer kunt wijzigen en de uitkeringen aan jezelf kunt laten uitbetalen.
  
  
• Meerderjarig (klein)kind als begunstigde:
  Een andere mogelijkheid is om bij het uitstellen een meerderjarig (klein)kind te benoemen als begunstigde op de nieuwe einddatum. Je schenkt dan de polis aan het (klein)kind. Het fiscale gevolg hiervan is dat dit meerderjarig (klein)kind op de nieuwe einddatum zelf kan beslissen wat hij of zij met het nieuwe opgebouwde kapitaal wil doen. Dit mag niet bij het nieuwe regime.
  Er is wel schenkbelasting verschuldigd over de waarde van de polis. Hierbij wordt vervolgens rekening gehouden met een belastingkorting van 30% waarover geen schenkbelasting verschuldigd is. Per saldo is het (klein)kind schenkbelasting verschuldigd over 70% van het opgebouwde kapitaal. Daarna kan het meerderjarig (klein)kind de uitkeringen laten ingaan of nog verder uitstellen.

• Kapitaal in één keer opnemen:
  Ook een voordeel ten opzichte van het huidige regime is dat het opgebouwde kapitaal in één keer kan worden opgenomen, zonder hiervoor periodieke uitkeringen aan te kopen in de vorm van een direct ingaande lijfrente (DIL). Dit kan op zich wel bij beide fiscale regimes, maar bij verzekeringen van het nieuwe regime wordt naast belastingheffing tegen het progressieve tarief ook 20% revisierente geheven. Bij verzekeringen van het oude regime is deze 20% revisierente niet van toepassing.
  
  Let op: de Tweede Kamer heeft onlangs ingestemd met de Wet herziening bedrag ineens. Deze wet maakt het mogelijk voor mensen die met pensioen gaan om in één keer maximaal 10% van hun pensioenvermogen op te nemen, en zal ook van toepassing zijn op lijfrenteverzekeringen van het nieuwe regime. De invoering van deze regeling is gepland voor 1 juli 2026, maar de Eerste Kamer moet nog instemmen met het wetsvoorstel. Voor deze opname van maximaal 10% zal ook geen revisierente in rekening gebracht worden vanaf het moment dat deze wet van kracht is.

Behoud van het oude fiscale regime is in veel gevallen dus fiscaal gunstiger. Je kunt bij elke verzekeraar terecht die nog oud regime levensverzekeringen aanbiedt, ook al liep het opbouwende kapitaal bij een andere verzekeraar. Maar dit oude regime vervalt dus op het moment dat je het opgebouwde kapitaal gaat uitstellen via een bank.

Wanneer heeft jouw klant een oud-regime lijfrente?

Om te bepalen of de lijfrente onder het oud regime valt, gelden de volgende criteria:

1. Premiebetalende polis

• Afgesloten vóór 16 oktober 1990
• De klant heeft periodiek premies betaald (bijvoorbeeld maandelijks of jaarlijks)
• De premie is niet verhoogd ná 16 oktober 1990, tenzij dat contractueel was toegestaan

2. Koopsompolis (eenmalige storting)

• Afgesloten vóór 1 januari 1992
• De klant heeft éénmalig een bedrag gestort bij het afsluiten van de polis

3. Geen omzetting naar nieuw regime

• De polis is niet aangepast of verlengd op een manier die de fiscale status heeft veranderd

Er zijn nu drie mogelijkheden voor premiebetalende polissen:

• De premies zijn sinds 16 oktober 1990 niet verhoogd en de klant heeft geen premies meer betaald sinds 1 januari 2001. Je volledige verzekering valt dan onder het oude regime.
• De klant heeft nog wel premies betaald en de verzekering niet aangepast aan het nieuwste regime. De premies zijn sinds 1 januari 2001 niet meer aftrekbaar. Het totaal aan premies die na 1 januari 2001 tot 1 januari 2010 zijn betaald kan de klant op de einddatum in één keer onbelast laten uitkeren. Dit geldt ook voor het totaal aan premies die hij/zij vanaf 1 januari 2010 heeft betaald, maar daar zit een maximum aan vast van €2.269 per jaar per Belastingplichtige.
• De klant heeft nog wel premies betaald na 1 januari 2001 en de verzekering per die datum aangepast aan het nieuwe regime (IB2001). De premies blijven dan onder voorwaarden aftrekbaar. Het kapitaal dat is opgebouwd met betaalde premies van vóór 1-1-2001 met rente valt dan onder het oude fiscale regime. Het kapitaal dat is opgebouwd met premies vanaf 1-1-2001 met rente valt onder het nieuwe fiscale regime.

Mogelijkheden bij Onderlinge Nederland

Benieuwd naar de mogelijkheden voor jouw klant? Ga naar het Levenportaal in Onderlinge Connect en maak een vrijblijvende offerte voor je klant. Nog geen aanstelling? Laat hier je gegevens achter voor een aanstelling en wij nemen snel contact met je op. 

Wil je een klantvraagstuk bespreken? Samen vinden we de beste aanpak. E-mail je vraag naar partnermanagement@onderlingenederland.nl.